De Firma P. Gerbenzon & Zonen is opgericht te Leeuwarden op 20 januari 1920 en was en is nog steeds een echt familiebedrijf. Er zijn maar weinig bedrijven die ertoe komen om de geschiedenis van het eigen bedrijf op papier te zetten, waarschijnlijk omdat men er geen aanleiding toe ziet en er veelal weinig bewaard blijft. Bij de Firma P. Gerbenzon & Zonen is dat wellicht minder het geval daar de geschiedenis van het bedrijf samenvalt met de geschiedenis van de familie Gerbenzon.
Hiervoor werd gezegd dat de Firma P. Gerbenzon & Zonen in 1920 is opgericht. Daarvoor bestond het bedrijf echter al in de vorm van een eenmanszaak gedreven door Pieter Gerbenzon. De meubelfabriek P. Gerbenzon bestaat namelijk al sinds 1901 en daarmee is de Firma P. Gerbenzon & Zonen één van de oudste zaken van Leeuwarden.
Pieter Gerbenzon, geboren te Leeuwarden op 23 februari 1864, was oorspronkelijk timmerman van beroep. Na zijn huwelijk op 30 mei 1891 besluit hij dat hij hogerop wil. Hij weet zich als timmerman te onderscheiden door, bijvoorbeeld in 1897, prijzen in de wacht te slepen voor zijn vakmanschap. Dan neemt hij de beslissing om meubelmaker te worden. Op 10 maart 1900 weet hij in Utrecht zijn diploma voor meubelmakergezel te behalen en in 1901 vestigt hij zich te Leeuwarden, eerst in een pand in de Gloppe, later in het pand met nummer 17 in de Weerd.
Dat Pieter Gerbenzon ook als meubelmaker geslaagd is wordt bewezen door het feit dat hij bij de wereldtentoonstelling van 1910 te Brussel een gouden medaille wint. In datzelfde jaar wordt de meubelfabriek uitgebreid met nieuwbouw in de Bagijnestraat, een zijstraat van de Weerd.
De eerste steen werd gelegd door zijn jongste zoon, Meine Gerbenzon. Meine was de helft van een tweeling die geboren werd op 30 juli 1894. De andere helft was een meisje, Elizabeth. Daarnaast was er nog een tweede zoon, Johannes Elzertus geheten, geboren op 27 februari 1892. Beide zonen werden meubelmaker en gingen in de zaak werken. Daarnaast werden er werknemers in dienst genomen en werd een andere organisatiestructuur noodzakelijk. Op 20 januari 1920 wordt de eenmanszaak omgezet in een vennootschap onder firmanaam. En weer wordt uitbreiding noodzakelijk: het belendende pand, Weerd no. 15 wordt aangekocht en de gevel wordt gemoderniseerd.
In 1931 stopt Pieter Gerbenzon met de actieve deelname aan de Firma. Hij is dan 67 jaar oud en laat de zaak verder over aan zijn beide zonen. Hij is dan nog wel lid van het bestuur van de ambachtsschool, maar voor het overige besteed hij zijn tijd aan zijn hobby's, waaronder het schilderen van landschappen. Dat hij redelijk kon tekenen en schilderen blijkt wel uit het feit dat hier en daar in Friesland nog enkele van zijn schilderijen hangen. Trouwens, het tekenen was noodzakelijk daar de Firma eigen ontwerpen voor meubelen en interieurs maakte.
Na 1931 is het Johannes Elzertus Gerbenzon die de meeste meubelen ontwerpt. Na de lagere school komt hij op 15-jarige leeftijd in de zaak. In 1914 behaalt hij een akte van bekwaamheid voor het lager onderwijs voor wat betreft het vak tekenen. Hoewel hij het leraarschap nooit daadwerkelijk heeft uitgeoefend kwam de kennis hem later goed van pas. Een jaar later, op 10 augustus 1915 om precies te zijn, weet hij het diploma voor meubelmakergezel te behalen, waarbij hij als werkstuk een kastje van eikenhout maakt.
Langzaam maar zeker gaat men over op antiek. Hoe het precies gekomen is valt te lezen in een interview dat bovengenoemde J.E. Gerbenzon in 1961 voor de Leeuwarder Courant gaf: "Mijn vader had de meubelzaak van zijn baas overgenomen: hij was gediplomeerd meubelmaker en hij kreeg toen de opdracht voor een klant een antiek schrijfbureau te kopen. Hij liep toen eens met mijn moeder te wandelen op de Nieuweburen en daar zag hij een koopman die op een kar twee van die dingen vervoerde. Enfin, de koop werd gesloten, de klant kreeg het bureau en mijn vader zag nieuwe handelsmogelijkheden."
In het oorlogsjaar 1942 komt Andries Gerbenzon, de op één na oudste zoon van Johannes Elzertus, in de zaak. Andries heeft inmiddels zijn middenstandsdiploma op zak en op 2 augustus 1946 wordt ook hij van beroep meubelmaker door daarvoor het vereiste diploma te halen. Ook hij heeft een aantal meubels ontworpen.
In 1949 stapt Meine Gerbenzon om gezondheidsredenen uit de Firma. De plaats van Meine wordt later ingenomen door Dirk Gerbenzon, de jongste zoon van Johannes E. Gerbenzon. Ook hij houdt zich in eerste instantie bezig met het ontwerpen van meubelen. Een ontwerptekening en een foto van een door hem ontworpen meubel zijn hieronder afgebeeld.
In 1959 zijn er nog vijf werknemers in dienst. Toch verdwijnt de fabricage van meubels naar de achtergrond. Steeds meer begint de handel in antiquiteiten de aandacht van de familie in te nemen. Hobby en werk vloeien in elkaar over. De activiteiten worden verlegd naar woninginrichting. Zo worden er naast antiquiteiten en stijlmeubelen ook Hindelooper kunst verkocht, een activiteit die tot de dag van vandaag wordt voortgezet.
Na verloop van tijd gaat ook Johannes Elzertus met pensioen en zetten de broers Andries en Dirk de zaak voort. Na de onverwachte dood van de oudste van de twee, in 1974, zet Dirk alleen de zaak voort, nu met hulp van zijn vrouw. De handel in antiquiteiten komt dan voorop te staan en de zaak wordt in Leeuwarden en ver daarbuiten een begrip. Als dan in 1989 ook Dirk Gerbenzon overlijdt vrezen velen dat daarmee weer een gerenommeerde zaak uit Leeuwarden verdwijnt. Zijn vrouw besluit echter de familietraditie voort te zetten en zo zal het bedrijf ook in de 21-ste eeuw voort blijven bestaan en is het 120-jarig bestaan inmiddels een feit.